| Diploma | Vergelijkbaar met |
|---|---|
| General Educational Development credential (GED) | een vmbo-t-diploma |
| High School Diploma | meestal een havodiploma, maar minimaal een vmbo-t-diploma en maximaal vwo-diploma |
|
Associate’s degree |
meestal een mbo-diploma niveau 4 |
| Associate’s degree (‘transfer program’) |
een associate degree, maar soms een vwo-diploma |
| Bachelor’s degree | meestal een hbo-bachelor of wo-bachelor |
| Master’s degree | meestal een hbo-master of wo-master |
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs - theoretische leerweg (VMBO-T). Een VMBO-T diploma wordt toegekend na succesvolle afronding van een 4-jarige beroepsopleiding (theoretische leerweg).
Middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Het MBO bereidt leerlingen voor op de beroepspraktijk of een vervolgstudie. Dit type onderwijs volgt op het VMBO; de duur is afhankelijk van de gekozen kwalificatie. Het MBO bestaat uit 4 niveaus (I-IV). Lees meer op de website van SBB.
Hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO). Een HAVO-diploma wordt uitgereikt na succesvolle afronding van een 5-jarig programma van algemeen voortgezet onderwijs.
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO). Een VWO-diploma wordt uitgereikt na succesvolle afronding van een 6-jarig programma van pre-universitair onderwijs. Het VWO is het hoogste niveau van algemeen voortgezet onderwijs in Nederland.
Hoger beroepsonderwijs (HBO). Het Nederlandse hoger onderwijs maakt onderscheid tussen onderzoeksgericht hoger onderwijs (wetenschappelijk onderwijs, WO) en hoger beroepsonderwijs (HBO). Het HBO is meer gericht op beroepen in specifieke gebieden dan het WO en wordt van oudsher aangeboden aan hogescholen.
Onderzoeksgericht hoger onderwijs (WO). In het Nederlandse hoger onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen wetenschappelijk onderwijs (WO) en hoger beroepsonderwijs (HBO). WO is meer gericht op theorie en onderzoek dan HBO en wordt van oudsher aangeboden aan onderzoeksuniversiteiten (universiteiten).