Secondary education general information
VO | Voortgezet Onderwijs
Na het voltooien van het basisonderwijs gaan leerlingen gewoonlijk rond de leeftijd van 12 jaar door naar het voortgezet onderwijs. Op de middelbare school leren gespecialiseerde leraren de leerlingen verschillende vakken, waardoor ze tussen de lessen door van klaslokaal moeten wisselen. De klassengrootte varieert doorgaans tussen de 25 en 30 studenten. De begin- en eindtijden van de school kunnen elke dag variëren, en er zijn pauzes; Normaal gesproken brengen studenten hun eigen lunch mee.
Studenten moeten één van de drie middelbare schoolroutes selecteren op basis van hun capaciteiten, interesses en carrière-doelen. Toelating wordt bepaald op basis van de resultaten van de doorstroomtoets uit groep 8 van het basisonderwijs en de aanbevelingen van docenten.
De drie schoolroutes zijn:
1. VMBO,
2. HAVO,
3. VWO.
"Brugklas"
Sommige middelbare scholen kennen een overbruggingsperiode van één of twee jaar (bijvoorbeeld havo/vwo of vmbo-t/havo), waarbij de toelating tot het voor de leerling passende niveau met één of twee jaar wordt uitgesteld.
VMBO | Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs
Dit is een vierjarig programma dat studenten voorbereidt op een beroepsopleiding of vervolgopleiding. Leerlingen kunnen kiezen uit vier leerlijnen bij
• VMBO basisberoepsgerichte leerweg,
• VMBO kaderberoepsgerichte leerweg,
• VMBO gemengde leerweg,
• VMBO theoretische leerweg.
Na het VMBO kunnen leerlingen naar het MBO en na het afronden van het MBO kunnen leerlingen naar het HBO (bachelordiploma). Ook kan men doorstromen naar de HAVO, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (ten aanzien van examencijfers voor bepaalde vakken).
HAVO | Hoger Algemeen Vormend Onderwijs
Dit is een vijfjarige opleiding die studenten voorbereidt op het hoger beroepsonderwijs (HBO). Het is een meer algemene en theoretische opleiding dan het VMBO en biedt een breed vakkenpakket. Na de HAVO kun je naar de vijfde klas van het VWO (alleen atheneum) of naar het HBO (bachelordiploma).
VWO | Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
Dit is een zesjarig programma dat studenten voorbereidt op de universiteit. Het is academisch gezien de meest veeleisende opleiding en biedt een meer theoretische opleiding dan de HAVO. Na het VWO kun je naar het HBO en/of de universiteit. Het VWO bevat Gymnasium (met Latijn en Grieks) en Atheneum (zonder Latijn of Grieks).
PRO | Praktijkonderwijs Praktische opleiding
Praktijkonderwijs (pro) is een traject van zes jaar waarin leerlingen intensieve instructie en begeleiding krijgen. In kleinere klassen leren leerlingen vooral door de praktijk en door te doen. Leraren helpen leerlingen bijvoorbeeld expliciet bij het ontwikkelen van belangrijke algemene vaardigheden, zoals zelfredzaamheid, communicatieve vaardigheden en algemene werknemersetiquette die op elke werkplek als essentieel worden beschouwd. Leerlingen volgen dezelfde vakken die in de reguliere onderbouw VO worden aangeboden, maar dan in veel kleinere groepen. Om toegelaten te worden tot het praktijkonderwijs is een toelatingsverklaring (TLV praktijkonderwijs) vereist. De TLV wordt uitgegeven door het betreffende onderwijspartnerschap. De volgende nationale toelatingscriteria worden gehanteerd: Het IQ van de student ligt tussen 55 en 80.
Profielen voortgezet onderwijs (HAVO and VWO)
HAVO en VWO | Profielen
In de onderbouw van het voortgezet onderwijs (Brugklas) volgen de leerlingen een breed lesprogramma en volgen ze lessen in vaste groepen. In de bovenbouw van HAVO en VWO kiezen leerlingen één van de vier vakkencombinaties (profielen) op basis van hun interesses, capaciteiten en toekomstige loopbaanambities. De groepen worden vervolgens overeenkomstig verdeeld, waardoor studenten lessen kunnen volgen die zijn afgestemd op het door hen gekozen profiel.
Deze profielen worden doorgaans aangeboden binnen de trajecten HAVO en VWO. Hier is een overzicht van de belangrijkste profielen:
1. Natuur en Gezondheid:
Dit profiel richt zich op onderwerpen die verband houden met natuurwetenschappen, gezondheidswetenschappen en biologie. Studenten die voor dit profiel kiezen, hebben vaak interesse in een carrière in de geneeskunde, gezondheidszorg, biologie, milieuwetenschappen of aanverwante vakgebieden.
2. Natuur en Techniek:
Dit profiel legt de nadruk op onderwerpen als wiskunde, natuurkunde, scheikunde en technologie. Het is geschikt voor studenten die geïnteresseerd zijn in techniek, technologie, architectuur of andere technische vakgebieden.
3. Economie en Maatschappij:
Dit profiel omvat onderwerpen die verband houden met economie, bedrijfskunde, sociale wetenschappen en recht. Studenten die voor dit profiel kiezen, hebben mogelijk ambities om te werken in het bedrijfsleven, de financiële wereld, de rechten, de politiek of de sociale wetenschappen.
4. Cultuur en Maatschappij:
Dit profiel richt zich op onderwerpen als geschiedenis, literatuur, kunst, talen en sociale wetenschappen. Het is geschikt voor studenten met interesse in geesteswetenschappen, talen, kunst, cultuur, journalistiek of sociaal werk.
Deze profielen zijn ontworpen om studenten een meer gespecialiseerde opleiding te bieden die aansluit bij hun carrière-doelen en interesses. Door een specifiek profiel te kiezen, kunnen leerlingen hun voortgezet onderwijs afstemmen op hun wensen, zodat ze zich beter kunnen voorbereiden op verdere studies of toegang tot de arbeidsmarkt. Bovendien kunnen deze profielen ook van invloed zijn op de vakken en keuzevakken die studenten volgen tijdens hun laatste jaren van het vervolg onderwijs, waardoor ze hun kennis op het door hen gekozen vakgebied kunnen verdiepen. Na het voortgezet onderwijs hebben studenten de mogelijkheid om hun studie voort te zetten aan een universiteit, zoals het hoger beroepsonderwijs (HBO), of met hun beroepskwalificatie vanaf het MBO aan de slag te gaan.
Aanmeldingsprocedure secundair onderwijs
Wil je je kind inschrijven bij een school voor voortgezet onderwijs (VO) naar keuze? Je moet je kind inschrijven tijdens de centrale inschrijvingsweek. Verhuis je of kom je uit het buitenland en moet je kind naar een nieuwe middelbare school? Dan kun je je kind het hele jaar door inschrijven.
Wil je je kind inschrijven op een middelbare school? Overweeg dan het volgende:
Controleer de website van de middelbare school en informeer naar de aanmeldingsprocedure. In sommige gemeenten hebben schoolbesturen afspraken gemaakt over de verdeling van leerlingen over middelbare scholen. Soms is er bijvoorbeeld een loting.
Het schoolbestuur van de middelbare school beslist of je kind wordt toegelaten. Hierbij kijkt het schoolbestuur onder andere naar het advies van de basisschool. Dit advies geeft aan welk niveau het beste bij je kind past, zoals VMBO, HAVO of VWO.
Als je uit het buitenland komt en je kind geen Nederlands schooladvies heeft, breng dan de schoolrapporten (vertaald naar het Nederlands of Engels) van de buitenlandse school mee. Als je kind (nog) geen Nederlands spreekt, is het verstandig om te kiezen voor een middelbare school met een EOA / ISK-klas of nieuwkomersonderwijs (zie het gedeelte over nieuwkomersonderwijs).
Wanneer een (Nederlandse) familie geen schooladvies heeft vanwege een verblijf in het buitenland, kan het onderwijsniveau worden bepaald door het afleggen van een plaatsingstest (dit kan worden gedaan via Edufax: Educatieve testen door Edufax). De test kan verschillende vormen aannemen, waaronder schriftelijke tests, interviews, observaties en beoordelingen van eerdere schoolprestaties.
Het is belangrijk om je kind bij meerdere scholen in te schrijven omdat er bij (bijna) elke school een loting plaatsvindt.
Heeft je kind extra ondersteuning nodig? Soms kan een middelbare school dit niet bieden. De school kan dan besluiten je kind niet toe te laten. In dat geval heeft de school wel een zorgplicht voor je kind. De school zal dan samen met je op zoek gaan naar een andere geschikte plek, bijvoorbeeld door je kind aan te melden bij een andere middelbare school of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
Welke documenten zijn vereist voor de inschrijving op de middelbare school:
- Identiteitsbewijs en burgerservicenummer (BSN)
Identiteitsbewijs van de leerling - Als het kind afkomstig is van een andere middelbare school in Nederland, breng dan het uitschrijvingsbewijs van die school mee.
- Bij inschrijving op de middelbare school krijgt je kind een onderwijsnummer, meestal hetzelfde als het BSN. Als je kind nog geen BSN heeft, breng dan een bewijs van inschrijving van de gemeente mee.
Kosten voortgezet onderwijs
Als ouder betaal je geen schoolgeld voor je kind op de middelbare school. Echter, de school kan een vrijwillige ouderlijke bijdrage vragen voor extra activiteiten.
Vrijwillige ouderlijke bijdrage
De vrijwillige ouderlijke bijdrage is altijd optioneel en kan verschillen per school. De bijdrage wordt gebruikt voor extra faciliteiten en activiteiten buiten het reguliere curriculum, zoals schoolreizen, feesten, culturele excursies, of aanvullend lesmateriaal. In de schoolgids staat vermeld waarvoor de ouderlijke bijdrage bedoeld is.
Ouders kunnen ook worden gevraagd te betalen voor deelname aan schoolreizen naar het buitenland, (internationale) sportevenementen, en tweetalige examens afhankelijk van deelname.
Schoolbenodigdheden
Scholen verstrekken de meeste schoolboeken en leermaterialen gratis aan hun leerlingen. Echter, van studenten wordt verwacht dat ze goed voor hun boeken zorgen door ze te kaften. Bovendien informeren scholen ouders welke andere boeken en leermaterialen ze zelf moeten aanschaffen, zoals een boekentas, atlas, woordenboeken, rekenmachine, schriftjes, pennen, potloden, sportkleding, enz.
Laptop of tablet
Scholen kunnen je vragen om laptops aan te schaffen, maar mogen dit niet verplicht stellen. Scholen moeten ervoor zorgen dat alle leerlingen kunnen deelnemen aan het volledige curriculum, zelfs wanneer (een deel van) dit programma digitaal is. Als je niet in staat bent of niet wil betalen voor een laptop, moet de school een volwaardig alternatief bieden, bijvoorbeeld door een leenlaptop aan te bieden. De school kan hiervoor een vrijwillige bijdrage van je vragen.
Kosten voor schoolvervoer
De middelbare school kan verder weg zijn van het woonadres. In Nederland fietsen kinderen meestal naar school. Als kinderen gebruik maken van het openbaar vervoer om naar school te gaan, zijn de kosten voor de ouders. Compensatie kan worden aangevraagd via de gemeente om transport aan te vragen voor kinderen die met het openbaar vervoer naar school moeten worden begeleid.